In gesprekken gaat het regelmatig over ‘veiligheid’ en ‘beveiliging’. Vaak worden deze begrippen door elkaar gebruikt. Maar dat is onjuist! Deze twee begrippen betekenen namelijk niet hetzelfde.

Bij beveiliging gaat het om het beschermen van goederen, eigendommen, personen en objecten tegen (meestal) externe dreigingen. Je kunt daarbij denken aan het aanbrengen van sloten op een deur of het plaatsen van een hek.

Bij veiligheid is er over het algemeen sprake van het gevoel dat je beschermd bent tegen dingen of gebeurtenissen die schade kunnen veroorzaken. Denk bijvoorbeeld aan het dragen van je veiligheidsgordel in de auto die je beschermen tegen letsel bij een ongeluk of veiligheidsschoenen die je draagt en je voeten beschermen tegen iets zwaars dat naar beneden valt.

Dit verschil zie je duidelijk terug in de Engelse termen: ‘safety’ betekent veiligheid; ‘security’ betekent beveiliging.

Deze twee begrippen kunnen elkaar echter wel beïnvloeden. Als je bijvoorbeeld een deur afsluit met een zwaar hangslot, is de deur misschien goed beveiligd tegen inbraak, maar als er brand uitbreekt kan hetzelfde slot de veiligheid van een persoon in gevaar brengen.

Let dus op: in deze training gaat het met name over security, oftewel beveiliging.